Heidense Kapel door Henk Braad

HEIDENSE KAPEL OF VARKENSHUISJE OP STROE

Stroe, gelegen tussen Hippolytushoef en Den Oever. Het oudste historische bericht over de kerken op Wieringen staat vermeld in een lijst van goederen die het klooster Fulda aan de Weser aan het einde van de 8e eeuw bezat.

Domkerk Utrecht

De Heidense Kapel voor 1878, ingebed in het buurtschap Stroe op Wieringen.Later wordt hiervan regelmatig melding gemaakt waarbij in de kerkenlijst van de Domkerk te Utrecht (1395 en later) staat dat er vier kerken op het eiland zijn, te weten in Hippolytushoef, Oosterland, Westerland en Stroe. In dit verhaal beperk ik me tot de kerk die op Stroe stond. De kerk op Stroe is tot Christelijke kerk gezegend door de Heilige Willibrordus.

Willibrord (658-739) was de eerste bisschop van Utrecht. Hij was ook de eerste Christen-zendeling in Nederland en stichter van de abdij Echternach. Aan hem zijn al vroeg kerken gewijd. Niet ver van het kerkje op Stroe bevond zich een lager gelegen stuk land dat het Willibrordusdal werd genoemd. Beschreven wordt dat het kerkje aan de noordzijde van het eiland lag, te midden van licht geaccidenteerde terrein, op een ronde heuvel en omgeven door een boomsingel (dat moet ongeveer in het midden van het huidige kerkhof zijn geweest)

Romaans schip

Er bestaan een paar bronnen, die, zij het summier, iets over de vorm van het kerkje weergeven. Eén afbeelding werd in de 18e eeuw gemaakt door de Haagse tekenaar en schilder P. van Cuyck. De kerk wordt weergegeven tijdens een hevig onweer. De andere afbeelding wordt wel eens toegeschreven aan een zekere Tavenier, maar dit is niet helemaal duidelijk. Te zien is een Romaans schip met kleine hoogzittende vensters. De oost- en westgevel schijnen later vernieuwd of gewijzigd te zijn en vertonen een gezwenkte contour. Aan de westzijde staat de toren, gedekt door een licht bakstenen achtzijdige spits. De kerk zou zijn opgetrokken van tufsteen.

Tufstenen

Althans dit wordt vermeld in Van der Aa’s Aardrijkskundige Woordenboek, een in de vroeg 19e eeuw redelijk betrouwbare bron. Dit wordt bovendien bevestigd door de Alkmaarse magistraat en historicus R. Paludanus in 1776 in zijn Oudheid- en Natuurkundige Verhandeling. Hij liet zijn vriend J.W. Caarl, die geneesheer op Wieringen was, de nodige opgravingen verrichten. De muren van de kerk bestonden uit zogenaamd kistwerk, dat wil zeggen twee dunne wanden, waartussen steenslag, tufsteen, vuursteen en ijzerslakken (vermeld wordt ijzerslakken gegoten in mortel). De wanden waren ongeveer 90 centimeter dik, waarvan het gietwerk ongeveer 70 centimeter besloeg. De tufstenen hadden een lengte van 15 tot 60 centimer en gemiddeld 10 centimeter dik (deze gegevens komen vrij nauwkeurig overeen met het rapport van architect A. Mulder dat hij in 1885 maakte van de Oosterlanderkerk en later onderzoek aan Romaanse kerken uit de 10e en 11e eeuw)

Fundering kerkgebouw

Paludanus doet verder verslag van opgravingen op het kerkhof van Stroe. Er werd op een diepte van 1,40 meter aan de noordzijde een fundering aangetroffen van keisteentjes en enige lagen tufsteen zonder mortel die wigsgewijs met de brede kant naar buiten lagen. De tufstenen waren 25-28 centimeter lang, 12,5-15 centimer breed en 6-8 centimeter dik. Aan de zuidzijde werd alleen de kiezellaag aangetroffen en aan de oostzijde kwam tot op 15 meter uit de oostelijke sluitmuur alleen puin te voorschijn. Dit puin bestond uit gebroken leien, tufsteen, rood verglaasde tegelfragmenten en vulwerk van de muren. De sporen aangetroffen aan de oostzijde kunnen duiden op het afgebroken koor of mogelijk op een eerdere kerk daar de lengte van 15 meter voor een koor bij een vrij klein schip erg onwaarschijnlijk is. Sporen van muurwerk die 8 tot 9 meter ten noorden en ten zuiden werden gevonden kunnen niet in verband worden gebracht met de fundering van een kerkgebouw. Hier moet sprake zijn van ommuring van het kerkhof.

Een varken

Boven de noorder toegangsdeur was een beeldhouwwerk van Bentheimer zandsteen in bas-reliëf ingemetseld, lang 60 centimeter en breed 45 centimeter, dat een varken zou moeten hebben voorgesteld (het varken lag als het ware op de steen). Het hoofd stond naar het oosten en dus de staart naar het westen. Door weer en wind was de afbeelding in de loop van de jaren gedeeltelijk weggeslepen maar met enige moeite kon nog de vorm van een wild zwijn herkend worden. Met deze afbeelding en de gegevens over de opgegraven fundamenten dateerde men het kerkje tot in voorchristelijke tijden. In 1878 werd het kerkje voor afbraak verkocht en is de afbeelding in handen gekomen van een zekere Frederik van Eeden, een schrijver en idealistisch hervormer.

Eigen Haard

In het blad Eigen Haard uit 1885 wijdt hij een vrij uitvoerige studie aan deze afbeelding die ook door hem voor een varken gehouden wordt. In het boek “Brieven over Texel en de nabijgelegen eilanden” doet Pieter van Cuyck verslag van een tocht over Wieringen waarbij hij zo rond 1780 ook Wieringen beschrijft. Over Stroe staat in de 15e brief:

Van Ypelshoef wandelt men naar Stroe, hetwelke alleenlyck een arm Kapelletje is; boven de deur is een varken in opwerk of zogenoemt basrellef van benthemmersteen uitgehouwen.

achtergrondBoven dit artikeltje staat: “Heidense kapel of varkenshuisje”, twee benamingen voor het kerkje op Stroe naar aanleiding van het varken boven de deur. Er werd gedacht aan het varken dat aan Sint Antonius, tot loon voor zijn worstelstrijd met de duivel, is gewijd en waarmee hij dikwijls werd afgebeeld. Latere gissingen veronderstelden dat de afbeelding boven de deur was geplaatst om de joden uit de kerk te houden. Dit laatste zal niet de bedoeling zijn geweest omdat er op het eiland geen of nauwelijks joden woonden en je kunt je afvragen wat de joden hier hadden te zoeken. De eerste veronderstelling heeft enige waarschijnlijkheid maar de kerk was niet aan Antonius maar aan Willibrordus gewijd en bovendien zou het vreemd zijn de Heilige Antonius als een varken voor te stellen.

Heidense tempels

De conclusie moet dan ook zijn dat het beeld dagtekent uit de voorchristelijke tijd en uit de verwoeste heidense tempel is overgeplaatst boven de noorderdeur. Voor de Germanen en de Kelten heilig en symbool voor vruchtbaarheid en voorspoed, maar voor de Christenen verdoemd. Bovendien zijn er ook in Duitsland beelden uit verwoeste heidense tempels in de buitenmuren van zeer oude kerkjes gevonden. Volgens een voorlopige lijst van monumenten van geschiedenis en kunst was het in 1921 nog aanwezig in het Bisschoppelijk Museum te Haarlem. Waar uiteindelijk het “varken” terecht is gekomen is helaas niet bekend.

Kerkenbuurt Stroe

Verder valt te lezen dat het jammer is dat Caarl op gegeven moment is gestopt en niet is doorgegaan met verdere opgravingen. Het vinden van munten zou meer duidelijkheid hebben kunnen verschaffen over de tempel. Het zal een onmogelijke opgaaf zijn om nu nog op en rond het kerkhof van Stroe opgravingen te doen. Zeker is dat hier nog verborgen “schatten” moeten liggen die meer duidelijkheid kunnen geven over de betekenis van het kerkelijke leven op Wieringen en alles wat daarmee verband houdt. Interessant is nog te vermelden dat er rond de kerk en het kerkhof veel boerderijtjes stonden, zoveel zelfs dat dit deel van Stroe de Kerkenbuurt werd genoemd.

Door Henk Braad, gepubliceerd in Op de Hoogte nummer 3, 2013 – Historische Vereniging Wieringen

Samenvatting kerkje Stroe door de eeuwen heen:
1.Het kerkje stond aan het oosteinde van Stroe op de plaats van het huidige kerkhof;
2.In de voorchristelijke tijd was sprake van een heidense tempel;
3.Na verwoesting van de tempel werd op deze plaats een roomse kerk gebouwd, gewijd aan de Heilige Willibrordus;
4.Tijdens de Reformatie in de Middeleeuwen (de kerkhervorming in de 16e eeuw) werd de roomse kerk een Nederlands Hervormde kerk;
5.Rond 1880 afbraak van het kerkje.

Bronnen:
•Herma J. van den Berg, (De kerken van Wieringen in West-Frieslands Oud en Nieuw 1962);
•Drs. J.T. Bremer, (artikel over de doopsgezinde Gemeente op Wieringen);
•F.W. van Eeden, (Het varken van Wieringen in weekblad Eigen Haard uit 1885);
•P. van Cuyck, (Brieven over Texel en de naby gelegen eilanden 1789).
•Wikipedia, (diverse artikelen 2011);
•J.W. Conijn, (beschikbaar stellen van zijn krantenknipsels 2011)